De pols is een erg complex gewricht door de grote hoeveelheid kleine botjes, een meervoud aan gewrichten, ligamenten en pezen van de omliggende spieren. Bovendien is de pols erg beweeglijk, met niet alleen bewegingen van voor naar achteren, maar ook roterend. Helaas kunnen polsklachten makkelijk ontstaan in het dagelijks leven.
De meeste acute polsklachten ontstaan door een val, veelal tijdens sporten. Bijvoorbeeld tijdens voetballen, rugby, hockey, boksen, skiën, snowboarden of schaatsen. Herhaaldelijke belasting van de pols, met kleine scheurtjes in de pezen tot gevolg, veroorzaakt geleidelijk ontstane en langdurige polsblessures.
Bij het SMC Sparta Rotterdam kunnen de fysiotherapeuten door oefeningen de spierkracht, coördinatie en beweeglijkheid van uw pols verbeteren.
MEEST VOORKOMENDE POLSKLACHTEN:
GEBROKEN
Een gebroken pols komt vaak voor bij een ongeluk waarbij u uwzelf heeft opgevangen met de handen. De pijn is heftig en er treedt zwelling, roodheid en warmte op. In sommige gevallen is het polsgewricht vervormd. Waarschijnlijk bent u al voor onderzoek naar het ziekenhuis geweest. Bij het SMC Amsterdam kunnen we een ondersteunend oefenprogramma opstellen zodat het herstel van uw hand sneller gaat.
KANS-KLACHTEN
KANS is de nieuwe naam voor wat we vroeger RSI noemden. Fysieke oorzaken ervan kunnen overbelasting zijn, een langdurige verkeerde houding of herhalende bewegingen. Vaak voelt u een tinteling in de hand. Ook psychische oorzaken spelen een rol, bij een hoge werkdruk met veel stress is er een verhoogd risico op KANS. Rustmomenten voor de pols zijn belangrijk bij voorkoming van KANS.
ARTROSE
Atrose wordt ook wel gewrichtsslijtage genoemd en is niet te genezen. De polsen zijn één van de pijnpunten bij mensen met artrose. Wel kan deze pijn een heel stuk verminderd worden door fysiotherapie.
CARPAAL TUNNEL SYNDROOM (CTS)
De carpale tunnel is de doorgang in de pols waar de mediane zenuw (nervus medianus) doorheen loopt naar de hand en vingers. Het syndroom ontstaat als de kleine handwortelbeentjes en de peesband niet meegeven waardoor de zenuw beklemd raakt en de tunnel vernauwd. Meestal is een dikker geworden peesband de oorzaak. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer iemand lange tijd achtereen buigende bewegingen met de pols maakt. Het syndroom is te herkennen aan een tintelend of lichtprikkelend gevoel in de duim, wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger. Ook kan een verdoofd gevoel in de vingertoppen ontstaan. Later veroorzaakt de toegenomen vernauwing een brandende en prikkende pijn in de hand.
SKIDUIM
Als een skiër valt, dan probeert hij de val op te vangen met zijn skistokken, maar het gevolg is dat de ligamenten (banden) een grote klap te verduren krijgen, waardoor ze kunnen verrekken of scheuren. Het resultaat daarvan wordt een skiduim genoemd. Een skiduim kan extreme vormen aannemen, waarbij zelfs het gevoel in de hand kan afnemen. Als deze skiblessure niet wordt behandeld kan er instabiliteit of vroegtijdige artrose optreden.